Historie

Historie

Eerste vermelding

Giethoorn staat net niet op deze kaart van Jacob van Deventer (ca.1550) van Steenwijk en omgeving. Langs de stad Steenwijk loopt het water van de Steenwijker Aa. Iets zuidelijker zien we de Langesloot(L). De kaart laat 5 molens zien, deze zijn als standerdmolen getekend en naar verwachting zijn dit korenmolens. Gezien het aantal inwoners van toen in de kluften van Giethoorn in deze hoogtijdagen van de turfwinning, is het aannemelijk dat er in Giethoorn in die tijd, minimaal één maar waarschijnlijk meerdere korenmolens hebben gestaan. Er moest tenslotte voor ongeveer duizend mensen dagelijks brood op de plank komen. Vanaf ongeveer 1500 werd het verbouwen van boekweit populairder. Vooral op minder voedzame grond deed dit gewas het goed. Het is daarom niet onwaarschijnlijk dat er in een vroege periode in Giethoorn ook boekweit werd gemalen voor o.a. (het Gieterse) pannenkoekenmeel.

Verplaatsingen

Daarna volgt er een tijd waarin er weinig bekend is over korenmolens in Giethoorn. Op 23 augustus 1921 verschijnt er een artikel in de Meppeler Courant waarin melding wordt gemaakt dat de ingestorte standerd korenmolen van Wanneperveen in 1730 naar Wanneperveen zou zijn verplaatst vanuit Giethoorn, getuige het jaartal met de plaatsnaam Giethoorn gebeiteld in één van de balken van de Veniger molen.

Na de verwoestende overstroming van februari 1825 besluit burgemeester Kaempf om Het Wiede, gelegen tussen de huidige Kerkweg en de Beulakerweg, droog te malen. Het meer wordt omdijkt en een poldermolen van 90 voet vlucht legt De Gieterse Polder droog. Deze molen stond bewesten Het Molengat. Op de kaart van 1853 staat er nog een molen (waarschijnlijk een korenmolen) in deze omgeving. De poldermolens van de Gieterse Polder staan dan al in De Middenbuurt nabij Het Bovenwiede. In de zomer van 1858 maken meerdere landelijke kranten melding van het instorten van een korenmolen te Giethoorn. Op de gemeentelijke kaart van 1866 staat de korenmolen op de huidige plaats.

Molen met invaargrot

In 1878 wordt de soms wazige geschiedenis van korenmolens in Giethoorn duidelijker. Dirk Bos koopt in dat jaar molen H van de Zuidplaspolder bij Gouda voor 1100 gulden. Deze molen was daar door stoombemaling overbodig geworden. Dat de molen in 1838 voor 32 000 gulden was gebouwd nam hij voor lief. In Giethoorn wordt de molen weer opgebouwd en kreeg de molen een invaargrot. Graan en meel konden hierdoor gemakkelijk met de punter worden aan- en afgevoerd. Aangezien bijna al het vervoer in Giethoorn over het water plaatsvond was deze grot noodzakelijk. De molen was over land slechts bereikbaar over een smal voetpad. Voor paard en wagen was dit waterrijke gebied ongeschikt. Deze molen H van de Zuidplaspolder onder Waddinxveen en Moordrecht heeft niet lang in Giethoorn zijn diensten bewezen. Op 19 december 1902 brandt de molen, na blikseminslag, zo goed als volledig af.

De molen was verzekerd en in 1903 verscheen er een nieuwe korenmolen. Lang bleef onduidelijk met welke molen onze korenmolen is hersteld. Na recent onderzoek door Ing. G.H. Keunen, oud medewerker rijksmonumentendienst en betrokken bij honderden molenrestauraties, weten we nu dat het pelmolen De Sint Pieter uit Zaandam moet zijn geweest. Honderd procent bewijs hebben we hier niet voor, maar wie weet komt dit bewijs bij de toekomstige restauratie boven water. Buiten het feit dat de afmetingen van de molen en plaatsing van de gebinten en dakramen overeenkomen, verschijnen er eind 1905 en begin 1906 advertenties in het weekblad ‘De Boerderij’ waarin molenaar H.J. Bakker uit Giethoorn onder andere pelstenen te koop aanbiedt. Ook weten we dat in Zaandam de pelmolen De Sint Pieter in 1903 is verkocht en afgebroken. Gedetailleerdere aanwijzingen dat onze molen de oorspronkelijke Sint Pieter is, hebben we in een rapport vastgelegd. In het blad ‘De windbrief’ van maart 2021 van De Zaansche Molen staat een uitgebreid artikel over de Sint Pieter en De Gieterse Koornmeule.

Komst van de elektriciteit

Omdat elektrisch aangedreven maalinrichtingen vele malen goedkoper waren dan die door wind waren aangedreven, was het rond 1920 voor de molenaars niet meer rendabel om hun molens te laten malen. Door de concurrentie uit omliggende plaatsen kwam de prijs van meel onder druk te staan en toen Giethoorn in 1925 en ‘26 aangesloten werd op het elektriciteitsnet, was de molen definitief werkloos. Molenaar Harm Bakker doet meerdere pogingen om de molen te verkopen; dit lukte niet. Gemeente Giethoorn heeft geen belangstelling. Ook laat de vereniging De Hollandsche Molen de molen taxeren. De getaxeerde 400 gulden vindt Bakker niet genoeg en besluit tot afbraak, met het sloophout wil hij bij zijn nieuwe onderkomen in Balkbrug een schuur bouwen. Zover komt het echter niet! Hij verkoopt in voorjaar 1927 de koornmeule aan zijn zwagers Jan en Joost Prinsen.

Wieken en kap verwijderd

Al in mei 1927 sneuvelen de wieken en de kap en wordt er met hulp van gelden van Het Oversticht een balustrade om het platte dak en een trap aan de molen gemaakt. De romp gaat dienst doen als hotel. De trap en het dak van de molen bieden de gasten een prachtig uitzicht over Het Wiede, zoals Het Bovenwiede nu genoemd wordt.  De molen krijgt een telefoonverbinding zodat de hotelgasten per telefoon hun bestellingen door kunnen geven aan Het Wapen van Giethoorn, waar Jan Prinsen de scepter zwaait en per punter ze van een natje en een droogje voorziet.

De omgeving van De Gieterse Koornmeule is in de jaren ’30, ’40 en ’50 behoorlijk veranderd. De poldermolens verdwenen; de eerste in 1937 en de andere in 1949. De zogenoemde windmotor, die bij de poldermolens was geplaatst, werd afgebroken om aan de andere kant van Het Wiede een kleinere polder te gaan bemalen. Er kwam een elektrisch gemaal ongeveer op de plaats van de windmotor om het water in de Gieterse Polder op peil te houden. Door de aanleg in 1952 van de Kerkweg (het smalle voetpad werd een veel bredere weg) werd de invaargrot geblokkeerd. Al varend kon men niet meer onder de molen komen.

Recreatief gebruik

Nadat de landelijk jongerenorganisatie Youth For Christ de molen een aantal jaren gehuurd had, werd de molen in 1957 aan hen verkocht. De trap die vanaf de tweede verdieping naar het dak leidde, werd tot beneden toe doorgetrokken en de grot werd een douche- en toiletruimte.

In 1989 werd recreatieondernemer Klaas Koen eigenaar, en ging de molen dienst doen als woning annex kantoor. De buitentrap verdween en er kwam een opslagruimte onder de molen. In 2004 werd de molen een rijksmonument en in 2005 kocht de familie Penning hem. Zij verkochten de molen in 2019 aan de gemeente Steenwijkerland die de functie ‘woning’ omzette naar ‘kantoor’. Tijdelijk biedt de molen nu onderdak aan BOA’s van de gemeente.

Een nieuw begin

Op 5 november 2020 wordt bij notaris Stotijn in De Wijk onder voorzitterschap van Jan Maat de Stichting De Gieterse Koornmeule opgericht. Zij zetten zich in voor een volledig herstel van De Koornmeule in Giethoorn.

Augustus 2021 is Stichting De Gieterse Koornmeule eigenaar geworden van de oorspronkelijke molenstenen, die rond 1927 uit de Koornmeule verwijderd zijn.

Kaart van Jacob van Deventer (1550)

Kaart van Jacob van Deventer (1550)

Advertentie aanbesteding (20-07-1827)

Advertentie aanbesteding (20-07-1827)

Advertentie wind-korenmolen (1858)

Advertentie wind-korenmolen (1858)

Foto De Sint Pieter

Foto De Sint Pieter

Onttroonde koning in vreemde dienst

Onttroonde koning in vreemde dienst

Foto vanaf het dak van de molen

Foto vanaf het dak van de molen

Recreatief gebruik van de molen

Recreatief gebruik van de molen